Tuinideeën & Tips

Haagbeuk of Beukenhaag

Is er verschil tussen een Haagbeuk of een Beukenhaag of is het dezelfde soort maar is alleen de naam anders? Dit is toch wel een tuinvraag die in de top 10 staat. Om te beginnen zijn een Haagbeuk en een Beukenhaag twee verschillende soorten. Een Beukenhaag noemen we in het Latijn Fagus sylvatica en een Haagbeuk Carpinus betulus.

Beukenhaag (Fagus sylvatica)
 Beukenhaag is de meest gebruikte soort van de twee. De voornaamste reden dat men Beukenhaag verkiest boven de haagbeuk komt door het feit dat een Beukenhaag zijn blad in de winter laat hangen. Weliswaar zal het blad wel afsterven en bruin worden maar het grootste gedeelte blijft gedurende de hele winter aan de Beukenhaag hangen. Pas in april als de knoppen gaan schuiven (uitlopen) valt al het dorre blad van de Beukenhaag. Het voordeel is dus dat de haag nagenoeg het gehele jaar bedekt is en voor privacy zorgt waarvoor de meeste hagen aangeplant worden.
 
Beukenhaag snoei je het best tweemaal per jaar. De eerste maal doe je dit vlak na het uitlopen van de Beukenhaag in mei en de tweede keer knip je medio juli. Let er wel op dat je dit doet op een bewolkte liefst mistige dag daar de Beukenhaag anders makkelijk kan verbranden door de zon. 

Nog een voordeel van de Beukenhaag is dat deze ook verkrijgbaar is met rood blad. De rode Beukenhaag heeft de Latijnse benaming Fagus sylvatica ‘Atropunicea’. Op deze manier kan je schitterende combinaties maken. Mijn ervaring is wel dat je met een rode Beukenhaag nog meer op moet letten voor verbranding. Dus echt enkel snoeien als er een paar dagen bewolking doorgegeven is.

Haagbeuk (Carpinus betulus)
 Haagbeuk is gedurende de gehele winter kaal. De Haagbeuk zal in de herfst (bijna) al het blad laten vallen wat voor vele als een groot nadeel wordt beschouwd. Een haag wordt immers in de meeste gevallen aangeplant om een stukje privacy te creëren. Toch zijn er voldoende mensen die dit niet als een probleem ervaren. Bedenk dat tijdens de nagenoeg bladloze periode van de Haagbeuk het immers toch geen weer is om in de tuin te vertoeven.

Iets wat veel mensen als een groot voordeel beschouwen is dat een Haagbeuk normaal gesproken slechts éénmaal per jaar geknipt hoeft te worden. Tenminste als je dit zo rond de langste dag doet (21 juni). Indien je veel eerder zal snoeien dan ontkom je er alsnog niet aan om de Haagbeuk tweemaal per jaar te snoeien. Dit geld overigens niet voor jonge Haagbeuken die kan je het best twee keer per jaar knippen om een mooie volle haag te verkrijgen. Knip in dit geval de eerste keer begin mei en de tweed keer rond de langste dag.

Een niet onbelangrijk verschil tussen beide is dat een Haagbeuk over het algemeen goedkoper aangeboden wordt dan een Beukenhaag.

Hoe herken ik een Haagbeuk of Beukenhaag
Indien je een haag in de tuin hebt staan en je wilt weten of het een Beukenhaag of een Haagbeuk betreft bekijk dan onderstaande foto’s.

Waterplanten en zuurstofplanten

Myriophyllum (Aarvederkruid)

Myriophyllum die bij de meeste mensen beter bekend zal zijn als Aarvederkruid is een zuurstofplant die witroze stengels heeft die wel 250 cm lang kunnen worden. Aan deze lange stengels zitten grijsachtige geveerde bladeren die 7 tot 11 paar slippen bevatten. De slippen zijn doorgaans 4 tot 13mm lang en staan in kransen van 4 langs de stengel. Myriophyllum groeit op een wortelstok die zich tussen het slib op de bodem van de vijver vastzet. Myriophyllum doet het in zoetwater ongeacht hier sprake is van voedselrijk of voedselarme omstandigheden. Hou er rekening mee dat deze plant zeer snel kan groeien en dan een groot deel van de vijver in beslag zal nemen.
 
Myriophyllum bloeit boven het wateroppervlak van ongeveer juli tot en met september met wijnrode bloemen. Myriophyllum bloeit met een 4 tot 15 bloemige aar van 5 tot 10 cm lang waaraan de bloemen in kransjes bloeien. Na de bloei verschijnen vierdelige splitvruchten waarin de 2 tot 3mm grote zaden zich bevinden. De zaden van de Myriophyllum zijn behoorlijk kiemkrachtig maar de plant zal zich makkelijker vermenigvuldigen middels de worteluitlopers. De handel vermeerderd de Myriophyllum door eindtoppen van ongeveer 20cm lang te nemen. Deze worden afgesneden boven een knoop en weer geplant.

Myriophyllum heeft een “geheim”? wapen tegen concurrerende planten zoals wieren en algen. Dit noemen we Allelopathie wat wil zeggen dat Myriophyllum een stof uitscheid die de groei van concurrenten vertraagd of blokkeert. Allelopathie is een maar weinig bekend en beschreven fenomeen. Door uitvoerig onderzoek hebben wetenschappers vastgesteld dat naast de Myriophyllum onderstaande planten in staat zijn deze stoffen af te scheiden:

Myriophyllum soorten:

Vaste planten

Eupatorium (Leverkruid of Koninginnenkruid)

De Nederlandse benaming voor Eupatorium verschilt nog wel eens. De meest gehoorde varianten zijn Leverkruid of Koninginnekruid. Eigenlijk maakt het mij niet zoveel uit hoe je deze plant noemt. Belangrijker vind ik dat iedereen van deze plant moet genieten. De Eupatorium sterft in de winter geheel af om vervolgens het jaar erop weer vanuit het niets op te komen tot een hoogte van wel 250 cm. Ook de paarslila bloemen zijn erg mooi om te zien. Bijkomend voordeel is dat de Eupatorium vlinders aantrekt. Persoonlijk kan ik maar één nadeel ontdekken aan de bloei van de Eupatorium en dat is dat dit het einde van het mooie weer is. Geef de Eupatorium een plaats in de zon en zet hem het liefst in vochtige grond.

Snoei
De Eupatorium kan je ieder jaar in het voorjaar tot aan de grond toe afknippen.

Vermeerderen
Eupatorium kan je het beste vermeerderen middels scheuren.

Combineren met

  • Artemisia (Edelruit)
  • Eryngium (Kruisdistel)
  • Persicaria (Duizendknoop)
Latijnse naam: EupatoriumStandplaats licht: Zon
Nederlandse naam: Leverkruid of KoninginnenkruidStandplaats vocht: Vochtig
Plantgroep: Vaste plantenGrondsoort: Humusrijk
Bloemkleur: LilapaarsWintergroen: Nee
Bloei: Augustus/septemberWinterhard: Ja
Planthoogte: 250cmAantal per M²: 5 tot 8
Waterplanten en zuurstofplanten

Ceratophyllum (Hoornblad)

Ceratophyllum die wij beter kennen als Hoornblad is een plant die volledig onder het wateroppervlak groeit. Dat maakt de plant ook zoon uitstekende zuurstofplant die mijns inziens in geen enkele natuurlijke vijver mag ontbreken. Over de gehele wereld zijn er slechts zes soorten Ceratophyllum bekend waarvan er twee geschikt zijn voor in Nederland en België. De kransstandige, diep gaffelvormig-gedeelde bladeren zijn groen van kleur. Ceratophyllum is één van de zuurstofplanten die geen wortels heeft. Hoornblad behoeft dan ook niet in manden geplant in de vijver gezet te worden. Aan de Ceratophyllum zitten witte stengels die vaak voor de wortels aangezien worden. Dit zijn echter gespecialiseerde stengels bedoeld voor vasthechting en voedselopname. Deze opmerkelijke kruidachtige zuurstofplant bloeit zelfs onder water. De alleenstaande bloemen van de Ceratophyllum zitten in de bladoksels. Doordat de bloemen volledig onder water bloeien vindt de bestuiving ook onder water plaats. De meeldraden laten in zijn geheel los en stijgen naar het wateroppervlak. Eenmaal daar gaan de helmen open en zinkt het stuifmeel naar beneden waar het de bedoeling is in contact te komen met de stijlen. Mannelijke bloemen tellen ongeveer twaalf bloemdekbladen en en 15 meeldraden en vrouwelijke bloemen tellen tellen negen bloemdekbladen.

Er zijn twee soorten die in Nederland en België gebruikt worden te weten de:

  • Ceratophyllum demersum (Grof of gedoornd Hoornblad)
  • Ceratophyllum submersum (Fijn of ongedoornd Hoornblad)

Beide soorten groeien het beste in vrij hard kalkrijk water op een diepte tussen de 20 en 100cm. Het belangrijkste zichtbare verschil tussen gedoornd en ongedoornd Hoornblad is dat de ongedoornd hoornblad niet in het bezit is van harde naaldachtige bladeren.

Ceratophyllum heeft een “geheim” wapen tegen concurrerende planten zoals wieren en algen. Dit noemen we Allelopathie wat wil zeggen dat Ceratophyllum een stof uitscheid die de groei van concurrenten vertraagd of blokkeert. Allelopathie is een maar weinig bekend en beschreven fenomeen.

Door uitvoerig onderzoek hebben wetenschappers vastgesteld dat naast de Ceratophyllum onderstaande planten in staat zijn deze stoffen af te scheiden: 

  • Stratiotes (Krabbescheer)
  • Chara (Kranswier)
  • Myriophyllum (Aarvederkruid)
  • Elodea (Waterpest)
Vaste planten

Delphinium (Ridderspoor)

Delphinium met als Nederlandse naam Ridderspoor is een grote groep planten. Al deze variëteiten zijn rijk bloeiend mits ze in een goed doorlatende humusrijke grond staan. Delphinium is wel wat gevoelig voor meeldauw en een plaats in de wind kunnen ze zeker niet waarderen. Voor zover mij bekend zijn alle soorten Delphinium volkomen winterhard. Delphinium soorten bloeien allen tussen het einde van de lente en het einde van de zomer met paarse, blauwe, rode, witte of gele bloemen. Het blad van Delphinium is diep ingekerft met 3 tot 7 bladdelen.

De Delphinium is een te grote groep planten om deze allemaal apart te bespreken. Wel kan ik ze onderverdelen in 3 groepen te weten:

Delphinium belladonna hybriden
De Delphinium belladonna hybriden zijn over het algemeen bossige planten die niet hoger zullen worden dan 100cm. Na de bloei kan je proberen om deze groep een tweede bloei te laten doormaken door de plant af te knippen.

Combineren met

  • Echinacea
  • Monarda

Delphinium elatum hybriden
De Delphinium elatum hybriden is een groep die een stuk hoger wordt dan de belladonna hybriden. Deze groep kan een hoogte bereiken van 190cm.

Combineren met

  • Knautia
  • Phlox (Vlambloem)

Delphinium pacific hybriden
De Delphinium pacific hybriden zijn verreweg de hoogste uit de Delphinium groep. Sommige kunnen een hoogte bereiken van wel 250cm. Ondersteuning van deze hoge vaste planten is dan ook gewenst.

Combineren met

  • Anemone (Herfst Anemoon)
  • Aster (Herfst Aster)

Vermeerderen
Alle Delphinium soorten laten zich goed vermeerderen middels scheuren/delen.

Vaste planten

Doronicum pardalianches (Voorjaarzonnehoed)

Wie van grote bloemen houdt en van geel die zal zeker de Doronicum pardalianches in de tuin moeten zetten. Doronicum heeft als Nederlandse naam Voorjaarszonnehoed maar ik hoor regelmatig de namen Voorjaarszonnebloem en Hartbladzonnebloem voorbij komen. Doronicum pardalianches heeft het liefste een losse humusrijke grond en een plaats in de halfschaduw. Wat voor de meeste planten geldt die in de schaduw of halfschaduw willen staan dient de grond ook voor de Doronicum wel goed vochtig te zijn. Doronicum bloeit vanaf eind april tot en met half juli. Houd er rekening mee dat Doronicum soorten vatbaar zijn voor echte meeldauw vooral als de luchtvochtigheid hoog is.

Populaire soorten
Doronicum pardalianches: Deze Doronicum zal een hoogte bereiken van ongeveer 70cm en heeft zeer grote bloemen met een doorsnee van maar liefst 6,5 cm!
Doronicum ‘Miss Mason’: Polvormende makkelijke plant die ongeveer 40cm hoog zal worden.

Doronicum oriëntale: Ook deze Doronicum bereikt een hoogte van ongeveer 40cm waardoor deze ook prima geschikt is voor de kleinere tuinen.

Combineren met

  • Hypericum (Hertshooi)
  • Geranium
Latijnse naam: Doronicum pardalianchesStandplaats licht: Halfschaduw
Nederlandse naam: VoorjaarzonnehoedStandplaats vocht: Liefst niet te droog
Plantgroep: Vaste plantenGrondsoort: Humusrijk
Bloemkleur: GeelWintergroen: Nee
Bloei: April/JuliWinterhard: Ja
Planthoogte: 70cmAantal per M²: 7 tot 9
Vaste planten

Ceratostigma plumbaginoides (Loodkruid)

Ceratostigma die de Nederlandse naam Loodkruid heeft is één van mijn favoriete vaste planten. Niet alleen de plant zelf maakt dat dit voor mij een bijzondere tuinplant is ook de zeldzaamheid van deze rijk bloeiende plant veroorzaakt dit. De Ceratostigma komt in landen als Italië en Frankrijk in het wild voor. In Nederland en België is het een plant die je nauwelijks ziet. Ceratostigma plumbaginoides leerde ik bij toeval kennen doordat deze in de tuin van mijn ouderlijk huis stond. Zo rond september verkleurde het blad van groen naar rood en tegelijkertijd begon de plant, met kobaltblauwe bloemen, te bloeien. Navraag bij mijn toenmalige werkgever leerde dat het om de Ceratostigma plumbaginoides ging.

Vorstgevoelig
Bij de aanplant van de Ceratostigma plumbaginoides is het goed te weten dat jonge planten licht vorstgevoelig zijn. Oudere planten kunnen vorst goed verdragen.

Snoei
Doordat de Ceratostigma licht vorstgevoelig is, is het verstandig de plant pas ver na de winter (april) af te knippen om zo nog extra bescherming te krijgen tijdens vorst.

Vermeerderen
Loodkruid kan prima middels scheuren/delen of stekken vermeerderd worden.

Combineren met

  • Arctanthemum (Groenlandmargriet)
  • Bergenia (Schoenlappersplant)
  • Pennisetum (Lampenpoetsersgras)
  • Stachys Byzantina (Ezelsoor)
Latijnse naam: Ceratostigma plumbaginoidesStandplaats licht: Zon/halfschaduw
Nederlandse naam: LoodkruidStandplaats vocht: Droog
Plantgroep: Vaste planten/half heesterGrondsoort: Zand, kalkrijk
Bloemkleur: KobaltblauwWintergroen: Nee
Bloei: September/oktoberWinterhard: Ja (let op bij jonge plant)
Planthoogte: 30cmAantal per M²: 8 tot 11
Vaste planten

Calamintha (Steentijm)

De eerste keer dat ik met Calamintha in aanraking kwam was toen ik nog in loondienst was en samen met mijn toenmalige werkgever een bostuin in Laren (NH) aan onderhouden was. Mijn aandacht werd al van een afstand getrokken door een bloemenpracht waar zeer veel beweging was. Die beweging werd veroorzaakt door talloze bijen en hommels die van bloem naar bloem vlogen. Toen ik wat dichter in de buurt van de plant kwam werd ik verrast door een mint-achtige geur. Leergierig als ik ben wilde ik direct weten welke mooie plant het betrof. Het was de Calamintha nepeta nepeta.

Calamintha bloeit met zeer zachtblauwe, bijna witte, bloemen vanaf juli tot en met september. Kom je nog dichter bij de Calamintha dan zal je zien dat ook de stengels bijzonder zijn. De stengels zijn namelijk vierkant waar het blad kruisgewijs tegenover elkaar staat. Calamintha verlangt een plaats in de zon of halfschaduw en zal een hoogte bereiken van ongeveer 40cm. Om nog langer van de Calamintha te genieten knip je direct na de bloei de plant tot de helft terug om een mooie tweede bloei te stimuleren.

Populaire soorten
Calamintha grandiflora: Deze Steentijm bloeit tot september door met rozerode bloemen. De plant wordt ongeveer 30 cm hoog. Plant 16 stuks per M².

Calamintha grandiflora ‘Variegata’: Voor deze plant moet je een flinke hoeveelheid lef hebben of net een plaats in de tuin die om iets aparts vraagt. Het bonte blad is vrij heftig en kan je enkel combineren met effen groene planten.

Calamintha nepeta: Lilablauwe bloemen van juli tot en met september op een hoogte van ongeveer 40cm. Het blad is licht behaard. Plant 8 tot 11 stuks per M².

Calamintha nepeta ‘Blue Cloud’: Minder rijk bloeiend maar meer blauw dan de nepeta. Plant heeft een hoogte van ongeveer 40cm. Plant 9 tot 14 stuks per M².

Calamintha nepeta nepeta: Deze door mij veel gebruikte Steentijm bloeit heel lang door (eind september). Hoogte is zachtblauw tot wit. Plant 8 tot 11 stuks per M².

Bijzonderheden
Calamintha is licht vorstgevoelig. U doet er verstandig aan voor de zekerheid de plant af te dekken met beukenblad f dennetakken.
 
Combineren met

  • Knautia (Beemdkroon)
  • Origanum (Marjolein)
  • Diascia (Elfenspoor)
Vaste planten

Campanula portenschlagiana (Klokjesbloem)

Er zijn zeer veel soorten Campanula waarvan de Campanula portenschlagiana één van de meest rijk bloeiende en veelzijdige variëteit is. De Campanula is aan te planten als bodembedekker, randbeplanting, bloembakken, hanging basket en voor in de rotstuin. In alle gevallen zal je versteld staan van de enorme hoeveelheid paarsblauwe bloemen die, zoals de Nederlandse naam Klokjesbloem al doet vermoeden, de vorm van een klokje hebben. De Campanula portenschlagiana bloeit van juni tot en met augustus. Deze groenblijvende vaste plant doet het goed in de zon tot halfschaduw.

Vermeerderen
Klokjesbloem laat zich zeer goed vermeerderen middels scheuren/delen.

Snoei
Veel onderhoud heeft de Campanula niet nodig. Ondanks dat de Campanula wintergroen is zullen de lange uitlopers waar de plant op heeft gebloeid in het najaar lelijk worden. Deze lelijke delen kan je voorzichtig verwijderen.

Combineren met

  • Helianthemum (Zonneroosje)
  • Armeria (Engels Gras)
Latijnse naam: Campanula portenschlagianaStandplaats licht: Zon/halfschaduw
Nederlandse naam: KlokjesbloemStandplaats vocht: Geen voorkeur
Plantgroep: Vaste plantenGrondsoort: Geen voorkeur
Bloemkleur: PaarsblauwWintergroen: Ja
Bloei: Juni/augustusWinterhard: Ja
Planthoogte: 15cmAantal per M²: 8 tot 12
Vaste planten

Cerastium tomentosum (Hoornbloem)

Cerastium tomentosum met als Nederlandse naam Viltige Hoornbloem is de ideale plant op zeer hete plaatsen in de tuin. De Viltige Hoornbloem heeft spits zilvergrijs blad en bloeit, onder gunstige omstandigheden, van april tot augustus met witte bloemen. Het is een rijk bloeiende vaste plant die veel wordt gebruikt in rotstuinen. De grote pollen die deze plant na verloop van tijd vormt kunnen in het najaar worden gescheurd voor vermeerdering. In de winter behoudt de Viltige Hoornbloem zijn blad.

Combineren met

  • Papaver (Klaproos)
  • Centaurea (Korenbloem)
  • Kniphofia (Vuurpijl)
  • Jacobaea Maritima (Zilverkruiskruid)
  • Pennisetum Alopecuroides (Lampenpoetsersgras)

Hoornbloem als wilde plant of zelfs onkruid (Cerastium arvense)
Cerastium arvense met als Nederlandse naam Akker Hoornbloem is niet geschikt om in de tuin te zetten. De Akker Hoornbloem bloeit niet alleen minder rijk maar het is ook een sterk woekerende soort. Deze soort groeit op arme grondsoorten vandaar misschien dat het blad van de Akkerhoornbloem overwegend donkergroen is. Dan hebben we nog de Glanzende of Glanzige Hoornbloem (Cerastium fontanum/holosteoides). Deze soort is een ware plaag voor de eigenaren van een gazon. De Glanzige Hoornbloem is een meester in het overwoekeren van het gazon. Het met de hand uitwieden is een zeer tijdrovend werkje en zal meestal niet het gewenste resultaat opleveren daar de Glanzige Hoornbloem op het kleinst overgebleven stukje weer uit zal lopen en binnen de kortste keren weer terrein zal winnen. Een chemische bestrijding lijkt hier de beste oplossing om van Glazige Hoornbloem af te komen.

Latijnse naam: Cerastium tomentosumStandplaats licht: Zon
Nederlandse naam: Viltige HoornbloemStandplaats vocht: Droog tot licht vochtig
Plantgroep: Vaste plantenGrondsoort: Geen voorkeur
Bloemkleur: WitWintergroen: Ja
Bloei: April t/m augustusWinterhard: Ja
Planthoogte: 20cmAantal per M²: 8 tot 11
Vaste planten

Brunnera macrophylla (Kaukasische vergeet-mij-niet)

Als je een plaats in de tuin hebt waar het altijd koud is en flink waait zullen de meeste planten het daar opgeven. Plant op die plaats dan de Brunnera macrophylla. Deze plant groeit van nature op winderige koude vlaktes en zal dus één van de weinige planten zijn die het uitstekend doet op deze probleemplekjes. Brunnera macrophylla groeit polvormig en indien je er voldoende aanplant zal de Brunnera een bodembedekkende functie hebben waar onkruiden geen kans meer krijgen. De lichtblauwe bloemen bloeien op steeltjes van maart tot en met mei.

Snoei
De bladeren van de Brunnera macrophylla sterven in het najaar vanzelf af. Vanaf dat moment mag je deze verwijderen. Deze klus kan je ook in het vroege voorjaar doen zodat dieren, zoals egels en muizen, in de winter een beschutte plaats hebben.

Vermeerderen
De Brunnera laat zich makkelijk vermeerderen middels scheuren en stekken.

Combineren met

  • Doronicum (Voorjaarszonnehoed)
  • Hosta (Hartlelie)
  • Waldsteinia (Goudaardbei)
  • Omphalodes (Amerikaans vergeet-mij-nietje)
  • Primula (Sleutelbloem)

Op de linker afbeelding de bontbladige variant Brunnera macrophylla ‘Dawson’s White’. Belangrijk om te weten is dat deze variëteit wind juist niet goed kan verdragen. Deze plant heeft net als de macrophylla ruw blad.

Latijnse naam: Brunnera MacrophyllaStandplaats licht: Zon/halfschaduw/schaduw
Nederlandse naam: Kaukasische vergeet-mij-nietStandplaats vocht: Geen voorkeur
Plantgroep: Vaste plantenGrondsoort: Humusrijk
Bloemkleur: LichtblauwWintergroen: Nee
Bloei: Maart/meiWinterhard: Ja
Planthoogte: 45cmAantal per M²: 5 tot 8
Vaste planten

Bergenia (Schoenlappersplant)

De Bergenia heeft zijn Nederlandse naam Schoenlappersplant te danken aan het feit dat men vroeger met het dikke blad de schoenen poetste. Het blad van de Bergenia bevat een soort was wat daar prima geschikt voor is. De Bergenia is een vroegbloeiende vaste plant die het goed doet op nagenoeg alle grondsoorten in de zon of halfschaduw. De best bloeiende Bergenia is de Bergenia cordifolia die zoals alle Bergenia soorten op lange stelen bloeit. Opmerkelijk is dat deze vaste plant met grote bladeren in de winter groen is. De bladeren krullen zich slechts bij zeer strenge vorst op om verdamping te voorkomen. Het is indien je deze plant een aantal jaren de kans geeft een ideale bodembedekker die onkruid geen kans geeft.

Snoei
De Bergenia behoeft niet gesnoeid te worden. De onderste bladeren van de Bergenia sterven na de bloei af. Deze kan je verwijderen om weer een frisse plant te krijgen.

Vermeerderen
De Schoenlappersplant kan je makkelijk vermeerderen middels scheuren of stekken.

Combineren met

  • Arctanthemum(Groenlandmargriet)
  • Brunnera (Kaukasische vergeet-mij-niet)
  • Helleborus (Kerstroos)
  • Alchemilla Mollis (Vrouwenmantel)
Latijnse naam: BergeniaStandplaats licht: Zon/halfschaduw
Nederlandse naam: SchoenlappersplantStandplaats vocht: Geen voorkeur
Plantgroep: Vaste plantenGrondsoort: Geen voorkeur
Bloemkleur: Roze, purperroze of witWintergroen: Ja
Bloei: April/meiWinterhard: Ja
Planthoogte: 30cmAantal per M²: 8 tot 11